Loslaten, zo lukt het wel
“Ah joh laat gaan, laat het toch los!” Hoor ik mensen vaak zeggen. En het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Bij loslaten gaat het er om dat je iets vasthoudt dat jou belemmert.
Loslaten is een van de vaardigheden die je kunt inzetten om meer innerlijke rust te ervaren, om vrijer en meer vanuit jouw eigen waarden en jouw geluk te leven. En ook om productiever en met meer plezier en ontspanning te kunnen werken.
Om los te kunnen laten moet je vertrouwen hebben. Vertrouwen dat het goedkomt. Dat het nieuwe nog niet vertrouwd voelt maar wel oké is omdat er direct of ooit iets fijns voor terugkomt.
Je weet dat je ‘ergens om’ iets loslaat. Om vooruit te komen, om je te blijven ontwikkelen. Gedachten, gevoelens, relaties die niet meer fijn zijn of niet meer werken, taken die niet meer bij je passen, zaken die teveel van je vragen, ineffectief gedrag, oude patronen. Wil je nieuw gedrag aanleren of anders omgaan met bepaalde situaties? Daarvoor hoef je niet per se iets nieuws te verwerven. Allereerst dien je iets los te laten zodat het nieuwe als vanzelf tevoorschijn kan komen of zodat er ruimte ontstaat om het nieuwe toe te laten.
Ons lichaam
Ons lichaam doet het ons eigenlijk voor: om te groeien, om te leven laat het los. Elke seconde opnieuw. Hier hoeven wij niets voor te doen, dat is een autonoom proces. Oude cellen, haren, nagels, zweet, urine, ontlasting. Als ons lichaam dat allemaal vast zou houden zouden we niet kunnen groeien en uiteindelijk niet meer kunnen leven.
Zo ook met onze belemmerende gedachten. Als we onze piekergedachten vast blijven houden gaat ons dat zoveel energie kosten, bezorgt ons dat zoveel spanning dat we daar op een gegeven moment aan ten onder gaan. Onze eigen geest, het vasthouden aan onze gedachten, het in cirkeltjes denken is de grootste stressveroorzaker.
Experimentje
In je lichaam kun je ook op een andere manier ervaren wat vasthouden – oftewel niet loslaten – met je doet. Doe maar eens alsof je iets heel krachtig vasthoudt. Alsof je heel bang bent dat je het laat vallen. Je vingers, handen, armen, schouders, nek, alles spant zich aan. Je houd ook een beetje of meer je adem in en als je verder voelt in je lichaam zul je op nog meer plekken spanning voelen. Wat doet je gezicht bijvoorbeeld? Houd nog even vol met vasthouden.
Laat dan nu in een keer bewust los! En merk op wat je ervaart in je lichaam en in je gemoed. Misschien ontspanning en een gevoel van opluchting of vrijheid. Héhé, pfff, wat fijn om dit los te laten.
Zo kun je ervaren en jezelf eraan herinneren dat, hoe pijnlijk of moeilijk het ook is om iets los te laten, het je uiteindelijk veel oplevert.
Die vervelende klus
Stel dat je een taak hebt op je werk waarvan jij je afvraagt waarom jij dit altijd moet doen. Misschien is dat een bepaald project trekken of het printen van de vergaderstukken of altijd de problemen met die ene cliënt bespreken. Het is niet afgesproken en het komt er altijd op neer dat jij het moet doen. Je vindt het geen leuke taak, je kan het eigenlijk ook niet zo goed maar dat durf je niet te zeggen want wat zullen ze dan wel van je denken? Allerlei gedachten komen langs zoals ‘Dan lig ik er bij de eerste de beste ontslagronde als eerste uit’. Of; ‘ze denken vast dat ik niet geschikt ben voor mijn functie.’ Allemaal gedachten die we geloven, die we vasthouden en die ons belemmeren om effectief en met plezier te werken.
Intussen ervaar je veel stress van die taak waar jij niet blij van wordt en omdat je het niet zo goed kan kost je dat veel moeite, frustratie en extra tijd.
‘Ieder oordeel dat jij vasthoudt, houdt jou gevangen’
Loslaten voelt als iets verliezen
Stel je eens voor hoe het zou zijn als je deze gedachten niet zou hebben? Je zou weer met meer plezier werken, fijner contact met je collega’s en je leidinggevende hebben, leuker werk hebben of zelfs iets nieuws leren. Je zult je meer ontspannen voelen en dat komt ook je lichaam, je gezondheid en je gevoel van welbevinden ten goede.
Heel goede redenen om deze gedachten los te laten of te veranderen, maar we houden ze toch vaak vast. En waarom? Omdat loslaten vaak pijnlijk is. We zitten ergens aan vast of houden ons ergens aan vast. En we zijn bang voor het verlies daarvan en de pijn die verlies met zich meebrengt.
Ook al weet je dat een werkrelatie of een persoonlijke relatie niet meer werkt, deze werkelijk loslaten doet ook pijn. Hoewel het een bewuste keuze is om je baan op te zeggen of op een andere plek te gaan wonen, het is tegelijk ook verdrietig of pijnlijk om echt te vertrekken.
En bij gedachten over situaties, jezelf of anderen zul je ook iets van jezelf onder ogen moeten zien. Jouw meningen los moeten laten. Je angst onder ogen moeten komen. Jouw zekerheid van jouw gewoontepatronen, van jouw blik op de wereld verliezen.
Wanneer je je bewust wordt dat gedachten of situaties jou belemmeren, dan pas ben je in staat om los te gaan laten. Dan heb je de moed en motivatie om ook de pijnlijke kant ervan aan te gaan.
‘Als je veel loslaat zul je vrede kennen, als je volledig loslaat zul je totale vrede kennen.’
Citaat van de Thaise meester Ajahn Chah.
Gelukkig is loslaten te leren
Net als een spier die je kunt trainen zodat deze krachtiger wordt, kun je loslaten oefenen zodat je met steeds meer gemak onplezierige of belemmerende gedachten kunt loslaten.
Hierdoor kun je steeds gemakkelijker kiezen voor fijner en effectiever gedrag, je kunt authentieker leven en je maakt gemakkelijker keuzes die bij jou passen.
In de volgende oefening leer je om je volle aandacht te geven aan die gedachten of situaties die jou belemmeren en die je graag los wilt laten. Sommige zaken zul je snel los kunnen laten en andere gaan wat langzamer. Sta jezelf toe dat dat zo is. Elke keer dat je deze oefening doet zul je een stukje ervan los kunnen laten. En soms valt er ineens veel meer van je af dan je van tevoren kon bedenken. Stuur niet teveel, kijk gewoon wat er gebeurt en wees dankbaar voor elk stukje dat je los kunt laten.
Wat komt er elke keer bij jou langs? Welke gedachten maken je onrustig, gespannen, boos? Waar pieker je over? Deze gedachte of soort gedachten vragen om je aandacht. Ze kloppen als het ware telkens bij je aan. Hier kun je een poosje mee gaan zitten en er je milde aandacht aan geven, zodat ze de ruimte krijgen om te gaan.
Hoe je dat kunt doen lees je in de volgende oefening:
De oefening:
Ga op een fijne rustige plek zitten waar je niet wordt gestoord. Je kunt je timer de eerste keer op 20 minuten zetten.
- Eerst ga je ontspannen zitten en richt je je aandacht op je lichaam. Wordt je gewaar van je lichaam, van hoe je zit en welke delen van je lichaam de grond of de stoel aanraken.
- Dan richt je je op je ademhaling en je volgt enige minuten alleen je adem, in en uit en in en uit. Raak je afgeleid dan doe je niets anders dan je aandacht weer op je adem te richten. Met een milde en open houding.
- Dan open je jezelf voor de aankloppende gedachten. Roep ze op of stel je de situatie voor waar ze mee te maken hebben, meestal verschijnen ze direct. Lukt dit niet wacht dan gewoon even, streef het niet te hard na, stel je open voor wat er komt.
- Stel je dan helemaal open voor alle gewaarwordingen: alle gedachten die erbij horen, alle gevoelens of emoties, je gewaarwordingen in je lichaam: spanning, ontspanning, kou, warmte, kriebels, etc. En let ook op je adem, wordt die sneller of dieper of houd je hem in. Je hoeft hier niets aan te veranderen, je neemt het enkel waar. Je merkt het op en als je er iets van vindt, merk je dat ook op.
- Je zult steeds meer ervaren en te weten komen hoe jij iets vasthoudt, welke pijn of verdriet er bij de gedachten horen. Probeer alles toe te laten. Langzaam maar zeker zul je merken dat sommige stukjes van de ervaring oplossen en plaats maken voor andere stukjes of plaats maken voor ruimte en opluchting.
- Probeer niet te sturen en op te merken wat er bij je opkomt. Raak je tussendoor afgedwaald in gedachten of door andere afleiding, richt dan je aandacht weer op je ademhaling en stel je open voor wat je los wilt laten en welke gewaarwordingen in je lichaam, welke gedachten en welke gevoelens er bij je opkomen.
- Als de timer gaat of als je merkt dat het teveel voor je wordt, breng dan je aandacht weer even helemaal terug naar je ademhaling, verder niets. En rond dan af: rek je uit als je dat fijn vindt, schrijf iets op of doe iets anders dat fijn voor je voelt of waar je behoefte aan hebt.
Deze oefening kun je vaker doen. En elke keer zul je een stukje meer los kunnen laten. Heb vooraf geen verwachtingen. Ga gewoon zitten en kijk elke keer opnieuw wat er komt.